Hoofdstuk 6 | Het bestrijden van de factoren die een rol spelen bij radicalisering
Deelvraag 6: Welke van de factoren die een rol spelen bij radicalisering kunnen bestreden worden en op welke manier kan dit het beste gedaan worden?
Bij deze deelvraag gaan we kijken
op wat voor een manier we de sociale- en de interne factoren kunnen beïnvloeden
zodat we radicalisering kunnen voorkomen. We zullen hierbij ingaan op de
noodzakelijke en voldoende voorwaarden en de definitie van radicalisering uit
hoofdstuk 1 en de genoemde oorzaken uit hoofdstuk 2. Ook kijken we met behulp
van het verleden of we een oplossing kunnen vinden. Eerst zullen we gaan kijken
naar de interne factoren en vervolgens naar de sociale factoren.
6.1 Interne factoren
In hoofdstuk 1 hebben we kunnen
concluderen wat de twee belangrijkste voorwaarden waren om bestempeld te kunnen
worden met ‘geradicaliseerd’, namelijk;
- Het terug willen gaan naar de
‘radix’ en
- De drang om dat gevoel te uiten
Als we een oplossing radicalisering
willen vinden moeten we volgens ons echter niet kijken naar de kenmerken
of de definitie van radicalisering, maar naar de oorzaken. Wij denken
namelijk dat bij een proces van radicalisering een preventieve oplossing de
beste is. Daarom gaan wij in dit hoofdstuk kijken naar de interne oorzaken
zoals besproken in hoofdstuk 2. de belangrijkste interne oorzaken op een rij
waren:
·
problematiek rond de identiteitsvorming
·
gevoelens van frustratie: discriminatie, vernedering, uitsluiting
en onrecht
·
psychische problematiek: personen met bijvoorbeeld autisme zijn
gevoeliger voor radicalisering
Aangezien problemen tijdens een
zoektocht naar een persoonlijke identiteit de belangrijkste aanleiding is voor
radicalisering adviseren onderzoekers dan ook beleid en actie op dit gebied.
Onderzoeker Sieckelinck zegt hierover: “De
pedagogische coalities tussen ouders, scholen en andere betrokkenen moeten
versterkt worden. Samen kunnen zij beter het morele gezag bieden waar deze
jongeren en de samenleving behoefte aan hebben.”[1]
Daarnaast lijkt het ons een goed idee om in het onderwijssysteem meer aandacht
te geven aan identiteitsvorming. Het is voor jongeren onwijs belangrijk om hun
eigen ‘ik’ te creëren, als je hiervoor niet de ruimte krijgt, krijg je wellicht
problemen rond jouw identiteitsvorming en de daarbij komende neiging om je
identiteit in een radicalere ideologie te vinden. Deze ruimte kan heel concreet
zijn in de vorm van cursussen, maar ook door gewoon meer persoonlijke aandacht
aan het individu te schenken.
Ook moeten we als
samenleving gevoelens van frustratie door bijvoorbeeld discriminatie of
achterstelling zien te voorkomen. Voorlichtingen en lezingen over wat
discriminatie met een persoon kan doen brengt ons misschien al wel een stap
dichterbij een discriminatievrije samenleving. Discriminatie is, en dat zal ook
nog lang zo blijven, een moeilijk punt. We zijn al een heel eind op weg, maar
de weg naar een discriminatievrije maatschappij is nog lang. Dat wil niet
zeggen dat het nooit zal kunnen worden opgelost, maar het is wel onwijs
moeilijk. Wat wellicht een beter haalbare oplossing is, is om de personen in
kwestie weerbaarder te maken voor gevoelens van discriminatie. Dit zouden we
kunnen bereiken door extra hulp en aandacht (bijvoorbeeld in de vorm van
therapie of praatgroepen) te geven aan personen die last hebben van deze
gevoelens. Door juist hen net dat steuntje in de rug te geven, zal deze groep
zich minder snel iets aantrekken van de discriminatie en geen radicale uitweg
proberen te zoeken.
Wat betreft psychische problematiek zitten we denk ik een beetje in dezelfde hoek. Meer aandacht en steun voor deze personen lijkt ons de beste preventie. Ook voorlichtingen kunnen helpen.
Wat betreft psychische problematiek zitten we denk ik een beetje in dezelfde hoek. Meer aandacht en steun voor deze personen lijkt ons de beste preventie. Ook voorlichtingen kunnen helpen.
6.2 Sociale factoren
In hoofdstuk 2 hebben we
al kunnen zien dat jongeren gevoelig zijn voor radicaliserende groeperingen,
omdat zij bezig zijn met het uitvinden wie ze zijn en wat ze willen. Tijdens de
tijd van de nozems en de hippies uitten ze dat vooral met kleding. Alleen de
zoektocht naar je identiteit blijkt een zoektocht voor het leven te zijn, want
je bent altijd bezig met wie ben ik, wat wil ik en doe ik het wel goed. Alleen
zij zei ook dat jongeren daar extra mee bezig zijn en daarom dus gevoeliger
zijn, want als je jonger bent heb je nog genoeg tijd om met je identiteit bezig
te zijn, maar later komen er steeds meer dingen bij, waardoor dat een beetje op
de achtergrond raakt.[2] We kunnen daarom ook uit
verschillende artikelen opmaken dat het overgrote deel van de geradicaliseerde
jongeren zijn, want ze hebben het de hele tijd over jongeren of pubers.[3] Het zou een optie kunnen
zijn om jongeren goede voorlichtingen te geven, vooral over de gevolgen van
radicalisering, de vraag is alleen of dit wel zou helpen.
Er is namelijk onderzocht
dat voorlichtingen, in dit geval over drank, ook een averechts effect kunnen
hebben. We moeten daarom vooral letten op de leeftijd, want als we de
voorlichtingen geven kunnen kinderen juist nieuwsgierig worden. [4]
Het gaat bij jongeren
voor een groot deel om erkenning en of ze zich wel ergens thuis voelen. De
Molukkers voelden zich bijvoorbeeld helemaal niet thuis, dit is natuurlijk wel
een ander soort situatie omdat ze zomaar in een land werden geplaatst, terwijl
asielzoekers daar vaak zelf voor kiezen, maar ook de Molukkers werden niet echt
geaccepteerd.[5]
Het lijkt ons handig dat alle buitenlanders die in Nederland gaan wonen eerst
de taal leren.[6]
Nu merk je dat de ouders van de meeste moslimjongeren de taal helemaal niet
spreken en dat ze dus ook niet bij kunnen houden waar hun kinderen nou
eigenlijk mee bezig zijn. Als de ouders de taal spreken komen ze ook in contact
met de inwoners van het land en ontstaat er geen aparte islamitische
gemeenschap, hierdoor voelen ze zich hier thuis, waardoor ze minder snel een
andere groep op zullen zoeken.[7] Ze moeten vooral het
gevoel krijgen dat ze begrepen worden en dat ze erbij horen, maar daar kunnen
niet alleen de Nederlanders voor zorgen, daar zullen ze zelf ook hun steentje
aan bij moeten dragen, door in dit geval tijdig de taal te leren, maar dat is
al wel verplicht als je als asielzoeker een verblijfsvergunning krijgt.[8] Je ziet bijvoorbeeld nu
ook goed, ook in Apeldoorn, dat de wijken niet echt gemengd zijn. Vooral in
Zuid-Apeldoorn wonen buitenlanders, vluchtelingen, moslims en in de rest van
Apeldoorn kom je ze nauwelijks tegen. Hierdoor ontstaat er een soort scheiding
en zullen de gezinnen in Zuid-Apeldoorn zich nooit helemaal thuis voelen. Ook
zie je op scholen een grote scheiding. Neem nou onze school, het Gymnasium
Apeldoorn. Op onze school zitten alleen maar ‘blanke’ leerlingen en als je
gekleurd bent word je meteen aangekeken. Op het Edison College, in
Zuid-Apeldoorn zitten bijna alleen maar ‘gekleurde’ leerlingen. Het is ook heel
moeilijk om deze scheiding te doorbreken, maar we zouden deze scheiding kunnen
doorbreken door allochtonen te verspreiden over de hele stad en allochtonen ook
volledig te accepteren op ‘blanke’ scholen.
We zien ook dat jongeren
extra gevoelig zijn na een ingrijpende gebeurtenis, zoals het verliezen van een
dierbare. We kunnen die ingrijpende gebeurtenis niet voorkomen, maar we kunnen
er wel voor zorgen dat de jongere hulp krijgt bij het verwerken van deze
gebeurtenis.[9]
Leraren kunnen hier ook een grote rol in spelen, want als zij weten dat er iets
met een leerling aan de hand is, kunnen ze extra oplettend zijn en hulp zoeken
als het nodig is.[10] We zien dus wel dat het
heel moeilijk is om echt één goede oplossing te vinden, want ieder mens zit
anders in elkaar en heeft andere dingen meegemaakt. Mevrouw Nijhuis vergeleek
een persoon heel mooi met een eikel, want de eikel ben jij, maar als het een
boom wordt, wordt het wel gevormd door de omgeving, maar de kern blijft
bestaan. Nou kunnen we ook nog bediscussiëren of ieder mens inderdaad een kern
heeft of niet maar dat is nu niet aan de orde.
Een andere factor is het
vertrouwen in de overheid en in de politiek. Het is ontzettend moeilijk om deze
factor te beïnvloeden, want als mensen geen vertrouwen hebben in de overheid
kunnen we niet zomaar zorgen dat ze dat wel weer krijgen. Na WOII zie je dat
jongeren totaal geen vertrouwen hadden in de overheid en echt het gezag gingen
ondermijnen[11].
We zouden wel kunnen zorgen dat mensen weerbaarder worden en assertiever, door
bijvoorbeeld cursussen of trainingen te geven. Zo voelen ze zich niet te
afhankelijk van groepen en leren ze op eigen benen te staan. De hierboven
genoemde oplossingen zijn uiteraard niet gratis dus we moeten nog uitzoeken hoe
dit nou gefinancierd zou kunnen worden.
We zien ook dat geslacht
een grote rol speelt bij radicalisering, want het overgrote deel is man, dat
komt omdat mannen alles graag fysiek meteen oplossen, terwijl vrouwen juist
meer toekijken. Het speelt de laatste tijd al meer, maar we zouden de grens
tussen man en vrouw minder groot kunnen maken. [12]
Wij dachten eerst dat
vooral laagopgeleide jongeren gingen radicaliseren, maar daar blijkt geen pijl
op te trekken, dus kunnen we daar verder ook niets aan veranderen.
6.3 Conclusie
De beste methode om de
factoren die een rol kunnen spelen bij het proces van radicalisering te
beïnvloeden lijkt ons wat betreft de sociale factoren dus om goede
voorlichtingen te gaan geven aan jongeren van een bepaalde leeftijd, vooral
niet te jong, en om allochtonen te verplichten de Nederlandse taal te leren.
Ook lijkt het ons handig om alle bevolkingsgroepen uit te spreiden over een
stad zodat je minder scheidingen meer hebt. Daarnaast moeten leraren oplettend
zijn en ze moeten kijken of het wel goed gaat met hun leerlingen. Wat betreft
de interne factoren moet er meer aandacht komen (met name in het
onderwijssysteem) voor (problematiek rond) de identiteitsvorming. Daarnaast
moeten gevoelens van frustratie rond discriminatie voorkomen proberen te
worden, dit hopen we te kunnen bereiken door middel van voorlichtingen en steun
voor de personen die deze gevoelens ervaren. Ook op personen met psychische stoornissen
moet goed worden gelet.
[1] Persvoorlichting
faculteit Sociale Wetenschappen Universiteit Utrecht (13-10-2015), naar
https://www.uu.nl/nieuws/niet-ouders-maar-ontspoorde-zoektocht-identiteit-aanleiding-tot-radicalisering
[2] Zie
bijlage 2
[3] Abdallah
(2015)
[4] Brijder
Verslavingszorg, naar www.brijder.nl
[5] Zie
deelvraag 4
[6] Coeli
(2017)
[7] Huijer
(2015)
[8]
Rijksoverheid (datum onbekend)
[9] Zie
deelvraag 2
[10] NOS
(2015)
[11] Zie
deelvragen 2, 3 en 4
[12] Zie
bijlage 2
Reacties
Een reactie posten